Het meest duurzame alternatief!

Uiteigenbodem levert het meest duurzame alternatief voor de aardgastransitie. 

Op deze pagina leggen we uit waarom, en vergelijken we Uiteigenbodem met de gangbare alternatieven voor de aardgastransitie:


Uiteigenbodem

De warmte komt van dichtbij: de bodem onder het gebouw. Er zijn nauwelijks energieverliezen door de kleine afstanden en de geringe temperatuurverschillen. De aarde vormt in feite een onuitputtelijke energiebron, die ons nog tientallen miljoenen jaren van warmte kan voorzien. De warmte die uit de bodem wordt onttrokken wordt weer aangevuld uit de diepere aardlagen en door instraling van de zon. De elektriciteit voor de warmtepomp kan worden opgewekt met eigen zonnepanelen of door gebruik van groene stroom.

Kortom:

  • Klimaatneutraal en uitstootvrij
  • Geen energieverliezen door de warmte van dichtbij te halen.
  • Het meest duurzame alternatief voor de aardgastransitie!

Traditionele stadswarmte

Traditionele stadswarmtenetten worden meestal gevoed door elektriciteitscentrales gestookt met fossiele brandstoffen, als bijproduct van de elektriciteitsopwekking. Dat geeft natuurlijk nog steeds veel ongewenste uitstoot, vandaar dat wordt gezocht naar alternatieve bronnen. Maar dat valt niet mee, zoals de volgende figuur met de visie van Vattenfall laat zien (bron webinar Warmtenetwerk):

In deze prognose kun je zien dat ook op lange termijn nog steeds wordt gestookt op aardgas (met name de pieken in de winter). Daarnaast wordt vooral gekeken naar alternatieven als:

  •       Biomassa
    – Dit is erg controversieel omdat je er dan wel vanuit moet kunnen gaan dat de verbrande biomassa ook daadwerkelijk weer terugkomt; zeker bij grotere hoeveelheden is dat zeker niet zomaar het geval;
    – Dus is er een risico dat het milieu er juist slechter van wordt en de opwarming van de aarde alleen maar wordt bevorderd;
    – Daarnaast blijf je natuurlijk zitten met uitstoot; niet alleen CO2, maar ook fijnstof die schadelijke is voor de gezondheid van omwonenden.

  • Restwarmte
    – Hierbij worden warmteoverschotten van grote fabrieken gebruikt om hoge temperatuur warmtenetten te voeden;
    – Neem bijvoorbeeld de warmterotonde in Zuid-Holland, waar restwarmte uit Rotterdam naar steden als Den Haag en Leiden wordt gebracht;
    – Deze oplossing is erg duur (de warmterotonde kost bijvoorbeeld enkele honderden miljoenen euro’s), niet uitstootvrij en onzeker naar de toekomst: netwerken worden voor tientallen jaren aangelegd maar wat als de fabrieken verdwijnen of efficiënter met hun energie omgaan?

  •       Diepe Geothermie
    – Hierbij wordt kilometers diep warmte met hoge temperatuur uit de aarde onttrokken;
    – Dit is op zich een interessant alternatief, maar voorlopig nog omgeven met veel onzekerheden en hoge kosten, en de vraag of er altijd genoeg warmte voorhanden is.

Kortom

Wij zien traditionele stadswarmtenetten daarom niet als een reëel duurzaam alternatief… Het is wel duur maar niet duurzaam, en niet toekomstbestendig op de lange termijn. 

Moderne stadswarmte

Met moderne stadswarmte bedoelen we warmtenetten die wel volledig aardgasvrij worden gevoed met energie. Dit kunnen netten op hoge temperatuur zijn (met water van 80-90⁰C) of midden-/lage temperatuur (met water van 40-50⁰C). Het laatste kan bij goed geïsoleerde woningen zoals de nieuwbouw heden ten dage. De warmte wordt dan bijvoorbeeld gehaald uit de oppervlaktewater (aquathermie), het riool (riothermie) of lucht (met grote dry coolers), in combinatie met een WKO. De warmte wordt vooral in de zomer gewonnen en opgeslagen in de WKO.

Er zijn overeenkomsten en verschillen met het Uiteigenbodem concept:

 Kortom

 Moderne stadswarmte is een veel beter alternatief dan traditionele stadswarmte. Maar is het wel een vrij duur alternatief door de hoge exploitatiekosten en het dure netwerk. De toegepaste technieken zijn ook nog niet geheel uitontwikkeld, wat vooral bij toepassing voor bestaande woningen met een behoefte aan hoge temperatuur CV-water moeilijk maakt en er toch een bijstook met aardgas nodig is. Vrijwel alle investeringen moeten vooraf worden gepleegd, waardoor een gefaseerde uitrol niet mogelijk is.

Individuele all electric oplossingen

Individuele all electric oplossingen gaan, net als Uiteigenbodem, uit van een warmtepomp per woning. Het verschil zit hem in de warmtebron, die individueel is. Er zijn twee mogelijkheden, die veel voorkomen:

1. de lucht-water warmtepomp;

2. de water-water warmtepomp.

Individuele lucht-water warmtepomp

Deze vorm wordt erg veel toegepast, omdat het een relatief lage voorinvestering vergt. Dit is echter ook de warmtepomp die het meest in het nieuws is als het als het gaat om negatieve ervaringen met warmtepompen. Het gaat immers om grote installaties buiten, die het nodige geluid produceren. Als woningen ver van elkaar staan heb je daar alleen zelf last van, maar anders ook de buren. Bij grootschalige toepassing krijg je dan niet alleen een collectief geluidsprobleem, maar de omgeving wordt er ook niet echt fraaier op.
airco-gevel-lucht-water-warmtepomp
In koude periodes kan er onvoldoende warmte uit de buitenlucht worden gehaald en stook je duur op elektriciteit. Ook is koeling duur, omdat de warmtepomp dan in feite een elektrische airco is. Bij water-water warmtepompen komt de koeling door het koudere water te gebruiken, wat juist vrijwel geen elektriciteit kost. De jaarlijkse elektriciteitskosten doen daardoor het voordeel van de wat lagere investeringen al snel teniet. 

Individuele water-water warmtepomp

Dit lijkt het meest op Uiteigenbodem. Kijk bijvoorbeeld eens bij Helena SI, dat dit concept voert, en waarmee wij samenwerken. De bodemenergie wordt ook uit verticale bodemlussen gehaald, met regeneratie door koeling van de woning.

Dit systeem werkt in feite net zo goed als Uiteigenbodem, maar leent zich minder voor grootschalige toepassing op bijvoorbeeld wijkniveau. Immers, ieder woning zal zijn eigen bodemlus hebben en beheren. Een voordeel is dat er geen netwerk nodig is, maar daardoor is het ook niet mogelijk de voordelen van het netwerk te benutten. In een netwerk kunnen bodemlussen dieper worden aangelegd, waardoor ze veel meer warmte uit de bodem halen en heb je minder nodig omdat de piekbelasting wordt gespreid. En Uiteigenbodem gaat standaard uit van een hogere temperatuur van het water uit de bodemlussen. Daardoor is het elektriciteitsgebruik van de warmtepomp lager en is er geen glycol (antivries) nodig voor de bodemlussen, wat een groot milieuvoordeel oplevert.